De buurt waar ik opgroeide,

Amsterdam West

De Bos en Lommer buurt.

Foto uit 1950.

De wijk rondom het al bestaande Mercatorplein en het nog te bouwen Bos en Lommerpleis is nog volop in ontwikkeling.

In het rode vlak, het Erasmuspark in aanbouw.
In het groene vlak, wat mijn buurt zou gaan worden.
In het blauwe vlak, de kruising waar we gaan wonen.

Als kleine jongen van ongeveer 4 jaar verhuisde ons gezin en ik naar de Hoofdweg. Tram 13 stopte voor onze deur en we hadden uitzicht op de kruising met de Jan van Galenstraat. We woonden precies tussen het Mercatorplein en het Bos en Lommerplein in. We woonden op de tweede etage boven de groentewinkel “van Valent”. Er was een ijssalon “van Bemmel” en er was een supermarktje, “de Centra”. Voor brood moesten we even oversteken en langs de bloemist naar “bakkerij Schutte”. Ik haalde bij de bakker vaak een dubbel gebakken bruin. Mijn vader hield namelijk niet van wit brood. De tramhalte was druk en als de tram wegreed hoorde je altijd een belletje, “ting ting”.

De bekendste straten toen waren voor mij, de Jan van Galenstraat, de Orteliusstraat, de Mercatorstraat, de Jan Evertsenstraat. In de Bestevâerstraat ging ik naar de basisschool. In het begin fietste mijn moeder mee. Later mochten mijn zus en ik zelf naar school fietsen. Lopend was het ook maar hooguit 15 minuten. In de snackbar om de hoek ging mijn broer ging vaak flipperen en soms mocht ik mee. De feestwinkel iets verder was ook altijd leuk. Daar kon je stinkbommetjes en jeukpoeder kopen. De fopsigaretten waren ook erg grappig.

Omdat “het Erasmuspark” klaar was hadden we een speelplek. Veilig spelen kon je eigenlijk alleen daar. Soms gingen we ook naar het “Jan van Galen zwembad”, ook dat was om de hoek. Het “Rembrandpark” ontdekten we eigenlijk later pas want dat was iets verder van ons huis. Voor onze portiek speelden we wel vaak “knikkeren” op straat. We maakten dan een gleuf tussen de stoeptegels en dat was dan de pot. Ook legden we vaak centen op de tramrails. Als de tram kwam werden ze zo plat als een dubbeltje. Helaas waren ze geen dubbeltje waard. Zelfs geen cent.